Roselynd Randolph, organisator
Ik kon niet meer terug; ik had het gezegd: er komt een nieuwe verhalenwedstrijd. In de weken na de bekendmaking in april 2018 heb ik er wakker van gelegen. Hoe ga ik dit zo opzetten dat het veilig is voor de deelnemers, werkbaar voor de jury en mijzelf en ga ik ooit een jury bij elkaar krijgen? In de loop van de maanden wees zich dat vanzelf. Het bewijst alleen maar dat je jezelf niet druk moet maken over de dag van morgen maar in het hier en nu ook al een boel kunt opknappen voor de dag die nog komen gaat. En laten we wel wezen: de dag die komt wordt ook weer vanzelf gisteren en dus een leermoment. Al dan niet naar genoegen.
Mijn kennismaking met schrijfwedstrijden begon toen ik ooit aan een verhalenwedstrijd van Pure Fantasy meedeed en 2e werd in mijn categorie. Meedoen was al een drama voor me; ik ben allesbehalve competitief. Vreselijk vind ik dat; een wedstrijdelement. De reden dat ik het toch deed, was omdat ik vastzat in mijn eigen gemaakte kaders. Ik wilde weten hoe ik eruit zou kunnen komen. Ik wilde een ander licht op de zaak. Winnen kwam niet eens in me op. Mijn verhaal werd niet gepubliceerd maar deze 2e plaats gaf me de moed om aan mijn 1e boek door te blijven schrijven, iets dat ik eigenlijk geparkeerd had wegens “ach, zit toch niemand op te wachten en het is vast niet goed en …. “. Uiteindelijk leidde dat door ploeteren tot een publicatie bij Zilverspoor in 2013 met het eerste deel van een trilogie: De Zilveren Wolvin. Zo belangrijk kan een wedstrijd zijn: het geeft je inzicht in wat je kan of niet kan en hoe je verder zou kunnen gaan. Het geeft je moed, al was het alleen maar omdat je instuurt. Ik heb nooit meer meegedaan maar het was het zetje dat ik nodig had om te blijven creëren, gewoon vanwege het plezier om iets te maken.
Schrijfwedstrijden bleven aan mij kleven: ik werd door Anaïd Haen gevraagd om zitting te nemen in de jury van Fantastels. Ik aarzelde aanvankelijk; ik had nog maar 1 boek geschreven. Was ik in dit gezelschap van doorgewinterde auteurs en redacteuren wel op mijn plaats? Het antwoord bleek positief. Het beviel zo goed, dat ik tot het einde van Fantastels mijn jurystoeltje niet meer afstond. Het stoppen van Fantastels en Trek Sagae liet een groot gat achter in wedstrijdschrijversland. Ik vulde een deel van dat gat met water, sprong erin en leerde zwemmen.
Al dat watertrappelen leidde tot deze zevende editie. Ik hoop dat jullie heel veel plezier hebben met het schrijven van de verhalen! Dan is de wedstrijd voor mij al geslaagd.